Aandacht voor Waddenzee Werelderfgoed tijdens Beach Cleanup Tour

De Waddenvereniging sluit zich deze zomer weer aan bij de Boskalis Beach Cleanup Tour. Zet donderdag 8 augustus alvast in je agenda. Op die dag kun je meedoen aan een speciale Werelderfgoedetappe van de Waddenvereniging op Texel.

10 jaar Waddenzee Werelderfgoed

Dit hele jaar vieren we 10 jaar Waddenzee Werelderfgoed. Het jaar begon niet bepaald als een feestje toen naar schatting 10 miljoen kilo afval van de MSC Zoë in de Noordzee en Waddenzee terecht kwam. En plastic vervuiling wás al een probleem in het waddengebied. Tijdens de speciale Werelderfgoedetappe op Texel staan we dit jaar nog nadrukkelijker stil bij de unieke en onvervangbare waarden van ons schitterende Waddenzee Werelderfgoed. Samen halen we uiteraard ook zoveel mogelijk afval van het strand af.

Als eerste bericht!

Wil je de Tour niet missen? Laat alvast je mailadres achter op de website van Stichting de Noordzee. Zodra de officiële inschrijving van start gaat, krijg jij als eerste bericht. Ga naar de website.

Hele Noordzeekust schoon

Tijdens de Boskalis Beach Clean Up Tour wordt in twee weken de hele Noordzeekust schoongemaakt. Jaarlijks doen duizenden Nederlanders mee. Vorig jaar haalden 2.764 deelnemers 11.163 kilo afval van het strand. Het grootste deel van het afval bestaat uit plastic items, zoals doppen, stukken visnet, drank- en snoepverpakkingen en kleine stukjes plastic. Ook ballonresten werden veelvuldig gevonden. Lees hier hoe erg dat is en wat je hier nu al aan kunt doen.

Onderzoek naar afval

De Cleanup Tour is een initiatief van Stichting De Noordzee. Al jaren doet deze organisatie – van oorsprong een werkgroep binnen de Waddenvereniging – onderzoek naar afval op de Nederlandse Noordzeestranden.

Dit spoelt er aan op onze stranden:

  • Per 100 meter strand worden gemiddeld 370 stuks afval gevonden.
  • Over de afgelopen 14 jaar is geen significante daling vast te stellen.
  • Veruit het grootste aandeel (90%) bestaat uit plastic.
  • Meer dan de helft van het afval op de stranden die onderzocht zijn komt uit de sectoren visserij en scheepvaart.

Duinen mogen weer stuiven op Terschelling

Op Terschelling wordt momenteel hard gewerkt om de duinen weer stuivend te krijgen. Deze ingreep is nodig, omdat er te veel stikstof in de lucht zit. Daardoor krijgen sommige planten de overhand. Het laten grazen van vee wordt ook regelmatig gebruikt, om dat tegen te gaan.

De bovenste laag met vooral helmgras wordt machinaal verwijderd, waarna het zand eronder zo wordt bewerkt dat het weer kan worden meegenomen door de wind. Dat is belangrijk omdat het hebben van het kalkrijke zand een voorwaarde is voor de flora die op de Waddeneilanden thuishoort.

De aannemer die het probleem nu onder toezicht van Staatsbosbeheer grootschalig aanpakt, is actief op drie locaties: ter hoogte van paal vijf en zes, bij het Arjensduin en bij Formerum aan Zee. En het gebeurt niet alleen op Terschelling, ook op Schiermonnikoog is Natuurmonumenten ermee bezig.

De kust is perfect voor kunst

Landschapskunst Het gebied rond de Waddenzee is perfect voor een stoet kunstwerken, vindt Oerol-oprichter Joop Mulder.

Een met gras bedekt, liggend ‘Dijk van een Wijf’, tachtig meter lang, vijftien meter hoog. Een ‘terp van de toekomst’ boven Blije, een beleefpier bij Wierum, driehonderd meter de zee in. Als het aan Joop Mulder ligt, komen er tientallen van zulke landschapskunstprojecten langs de Waddenkust, in een lint van Den Helder tot de Dollard. Eerst Friesland, dan de Groningse kust, en als die klaar is de grens over, het Duitse Wad op, naar Denemarken.

Mulder is de oprichter van Oerol, en zodoende gewend om dingen voor elkaar te krijgen. En om in het groot te denken: locatietheater op héél Terschelling (‘oerol’ is Fries voor ‘overal’). Nu is het noorden aan de beurt, Sense of Place heet de onderneming. Mulder wil met beelden en installaties de schoonheid laten zien van het land aan de Waddenzee, de verhalen ervan vertellen, het landschap laten ervaren. Het woord ‘beleven’ komt steeds terug.

Maar het ligt niet alleen aan Mulder. Tussen hem en wat de meest kunstintensieve kust ter wereld moet worden, liggen dijken van regels, ter beheer en bescherming van kust en Wad. Hij vindt provinciebestuurders op zijn weg, dijkgraven, ambtenaren en kandidaat-financiers bij wie hij in elk geval veel aanvangsenthousiasme ontmoet.

Bij een proefmodel van de ‘Mondriaankwelder’, een met palen gemaakte kwelder aan de Waddenkant van Terschelling, in een patroon naar het schilderij Pier en Oceaan van Mondriaan, kwamen vogelbeschermers in verzet. Toeristen zouden de rust van de vogels verstoren, vreesden ze. Bovendien konden wadvogels niet over de palen heen kijken, zodat ze de slechtvalk niet zagen aankomen.

Mooie sier gemaakt met de plannen

Bij de kandidatuur van Leeuwarden-Fryslân voor de titel Culturele Hoofdstad van Europa was Sense of Place een belangrijk onderdeel. Ze hebben mooie sier gemaakt met zijn plannen, zegt Mulder. Maar er waren vorig jaar alleen proefmodellen te zien. Op de dijk bij Holwerd is de helft van de sculptuur ‘Wachten op hoog water’ gerealiseerd, één van twee vijf meter hoge vrouwenbeelden van roestmetaal.

„De gedachte was: in 2018 doen we Friesland, in 2019 Groningen, en maken we een begin met Duitsland en Denemarken.” Maar dat bleek te optimistisch. Mulder was een onalledaagse gast aan overlegtafels, een eilander met de energie van buiten. Misschien soms een al te frisse wind voor de ontvangende partij.

Op een natte dag in februari rijden we in een terreinwagen met Sense of Place-logo door Noord-Friesland. We zien wat is en nog moet komen door natte ramen en bewegende ruitenwissers heen. Hallum, Ferwert, Holwerd. Het is veronachtzaamd land. De Waddenzee is Unesco Werelderfgoed, maar bij oppervlakkige beschouwing zie je alleen water, kwelders en een grijsgroene dijk. Een laatste drempel saai polderland voor de boot naar de eilanden.

Het landschap gaat kapot, vinden velen, door de biljartlakenlandbouw, algemeen in de strook Nederland onder het Wad. Maar bij Joop Mulder prevaleert de liefde voor wat hij ziet. Eigenlijk is alles een soort van kunst en cultuur, door mensenhanden gemaakt. Ooit was hier de Middelzee, vanaf 1100 dichtgeslibd en ingepolderd. Uitgestrektheid, leegte en lucht, en kerktorentjes alle kanten op. Er zijn nergens zoveel middeleeuwse kerkjes als hier.

In de dijk bij Hallum is een nieuw, futuristisch ogend gemaal gebouwd, met een vispassage zout-zoet en een geavanceerde viswachtruimte halverwege. Buitendijks steken ringvormige heuveltjes uit de kwelder omhoog: de dobbes, zoetwaterbassins. Functionele landschapskunst van honderd jaar geleden.

Van één ervan werden in november 2006 tweehonderd door de zee ingesloten paarden gered door Friese amazones, beelden die ‘de wereld overgingen’. In een Sense of Place-project lopen bezoekers straks de reddingsroute, en zien de paarden 3D in de dobbediepte.

Boven Blije is de aanleg van een nieuwe terp voorzien, de ‘Terp fan de Takomst’, een initiatief van het dorp, het Terpencentrum van de universiteit in Groningen, natuurorganisatie It Fryske Gea en Sense of Place. Blije wil ‘het gezicht weer naar zee draaien’. De terp, een ontwerp van studio Observatorium uit Rotterdam, wordt in fases gebouwd in een spiraal van palen, met van elders aan te voeren klei.

Juist vanwege die vruchtbare klei zijn de meeste Friese terpen verdwenen. Mulder wil het allemaal vertellen, alles laten zien. Hij praat over de streek als over een totaalkunstwerk, door generaties Friezen gemaakt. Veel verschil tussen kunstwerken en door boeren of ingenieurs gemaakte landmarks is er niet, vindt hij.

Fotograaf Linette Raven portretteerde pootaardappelboeren – doorgaans ongezien blijvende hoofdrolspelers van de streek – voor haar serie Bildtstars en Eigenheimers. Ze hangen in gestileerd zwart-wit en sepia groot op muren en schuren, in een fotoroute van Hallum naar Anjum. Mooie boerenkoppen, robuuste types in de klei. Via een bijbehorende app zijn hun verhalen te horen.

Geen kunstkermis, ook geen Giethoorn

Sense of Place wil de kwaliteitstoerist lokken, het soort dat zijn afval niet in de berm gooit. Wat men liefheeft, beschermt men. Het moet geen Giethoorn worden en ook geen kunstkermis. Je kunt je afvragen waarom één man het karakter van onze kust zou moeten veranderen. Maar hij praat met alle dorpen, zegt hij. Bovendien is het wad wijds, de zeedijk lang. De projecten veranderen het landschap niet zoveel.

Als je niets doet, verloedert het vanzelf. Het noorden, zegt hij, is een handig perifere plek voor groene energiewinning. Als je het aan de markt overlaat, krijg je vakantieparken als Esonstad aan het Lauwersmeer, een schilderachtig bedoelde mislukking. „Mensen zeggen: handen af van de Waddenkust, het is al mooi genoeg. Maar ondertussen verloedert het landschap, omdat niemand erop let.”

De mensen willen wel, volgens hem. „Je moet ze alleen een duwtje in de goede richting geven. De schoonheid is er al. Je hebt iets nodig om het te laten zien, een nieuwe bril om mee naar het gebied te kijken. Iedereen vindt Oerol prachtig. Je moet ze even bij de hand nemen, dan ontdekken ze het verder zelf.” Ambtenaren moet je juist niet duwen, dan duw je ze nog strakker tegen hun regels aan.

Wierum, met dat beroemde kerkje net achter de zeedijk. Hier komt een pier, wijst Mulder, een kromme, houten. Hij gaat straks driehonderd meter de zee in, naar een cirkelvormige wandel- en kijkhut waar je eb en vloed ervaart. ‘De Kromme Horne’, opnieuw een ontwerp van Observatorium, wordt publiekstrekker en kustbescherming ineen: wat wil je nog meer. „Als Rijkswaterstaat het had bedacht, had de pier er al gelegen.”

In februari kwam Ruud Gullit namens de Postcodeloterij in het dorpshuis van Holwerd een cheque overhandigen van 15 miljoen euro, ten bate van het plan Holwerd aan Zee. Dat behelst het doorsteken van de zeedijk en de aanleg van een brak meer en een jachthaven. Zo wordt Holwerd, waaraan mensen voorbijrijden van en naar de boot naar Ameland, gerevitaliseerd. De provincie zegde 10 miljoen euro toe, de gemeente en het Rijk elk 5 miljoen.

In dezelfde maand sprak een gedeputeerde in de Leeuwarder Courant haar spijt uit over het vastlopen van Sense of Place. Ze beloofde een investering van bijna vier ton, een voorbeeld van ‘provinciale stootkracht’.

Buiten Holwerd staat wat lijkt op een vogelkijkhuisje. Door een kijkgat zie je ‘Dijk van een Wijf’ tegen de dijk liggen, op een maquette met mensjes en schaapjes eromheen. „Moeder de vrouw, de Hollandse deerne, dikke billen, volle borsten, melk en echte boter, schapen en boterbloemen, mals en sappig!”, aldus het plan. Landschapskunstenaar Nienke Brokke studeerde er in 1997 mee af aan de Rietveld Academie. Sindsdien wacht de vrouw van sappig gras op realisatie. Mulder hoopt dat ze dit jaar kunnen beginnen, of misschien volgend jaar. Of anders in 2021.

Experts over schat in scheepswrak: ‘Alsof je een pinpas vindt van 500 jaar oud’

Alsof je een pinpas vindt van bijna 500 jaar oud. Zo voelt voor experts de ontdekking van de koperen lading in het oude scheepswrak op de bodem van de Noordzee. Met dit koper werden in het midden van de zestiende eeuw vermoedelijk de allereerste munten geslagen.

Een paar stapels verwrongen, koperen platen op een pallet en een stuk hout van een paar meter lang. Op het eerste gezicht is de archeologische vondst weinig bijzonders, moet koperexpert Arie Pappot van het Rijksmuseum toegeven.

En toch is hij dolgelukkig met wat het bergingsschip Geosund op 26 februari uit de Noordzee takelde. Want dankzij drie rondjes, vier cijfers en een mysterieus teken op dat koper heeft hij het raadsel kunnen oplossen wat er nu precies is gevonden. ,,En dat is echt heel bijzonder’’, zegt Pappot met een glinstering in zijn ogen.

Maar eerst terug naar die dinsdag in februari. De dag waarop het bergingsschip Geosund de bodem van de Noordzee afspeurt naar tientallen vermiste containers van het schip de MSC Zoe. Een flink aantal containers veroorzaakte een paar weken eerder een enorme afvalberg op de Waddeneilanden. Het merendeel is nog altijd niet terecht. Op sonarbeelden is net boven Terschelling een verstoring van de zeebodem te zien en dat zou weleens zo’n verloren container kunnen zijn, denkt de bemanning van de Geosund dan nog.

Ze laten een grote grijper afzakken naar een diepte van 22 meter. De eerste keer komt er allemaal koper naar boven, maar er gaan nog geen alarmbellen af. Er is al van alles naar boven gehaald, dus dat er in een van de containers koper zit, is heel goed mogelijk. Pas als bij de tweede poging 23 stukken hout tevoorschijn komen, krijgt de bemanning het vermoeden dat dit weleens een oud wrak zou kunnen zijn.

Maritiem archeoloog Seger van den Brenk krijgt als eerste de foto’s onder ogen. Hij denkt hetzelfde, maar is nog niet direct in extase. Dat de bodem van de Noordzee vol scheepswrakken ligt, is voor hem niets nieuws. Er zijn de afgelopen decennia zo’n 2960 schepen gelokaliseerd, waarvan sommige zijn gedateerd uit de zeventiende eeuw.

Maar dat verandert als koperexpert Arie Pappot van het Rijksmuseum de foto’s ziet. Hij staat op een borrel waar nieuwe schatten worden onthuld uit een ander scheepswrak als een collega komt aanrennen. Op een van de koperen platen zijn drie rondjes, vier cijfers en een mysterieus teken gevonden. Pappot herkent het meteen. Dat is het merkteken van de familie Fugger. ,,Toen stond ik wel even te juichen, ja’’, zegt hij.

Fugger was een steenrijke bankiersfamilie die handelde in koper en tot 1548 een kopermijn had in het gebied dat nu Slowakije is. Dat zou betekenen dat dit schip vóór die tijd op de Noordzee gevaren moet hebben. En dat verandert ook voor maritiem archeoloog Van den Brenk de zaak. ,,Want zo’n oud zeewaardig schip hebben we nog niet eerder op de Noordzee gevonden’’, zegt hij.

De experts duiken direct in de archieven en vinden steeds meer informatie over wat hier is gevonden. Zo blijkt de boot gebouwd in Noord-Nederland en was hij waarschijnlijk op weg naar Antwerpen waar destijds veel koper werd verhandeld. De nu gevonden koperen platen blijken bovendien afkomstig uit dezelfde mijn als het koper van een van de eerste muntjes in Europa.

Dat muntje stamt uit 1543. Deze koperen platen waren waarschijnlijk ook bedoeld om muntgeld mee te maken, denkt Pappot, want er was in die tijd een grote vraag naar kleingeld waar mensen hun brood mee konden betalen. ,,Wat we hier zien is dus de grondstof voor een van de allereerste betaalmiddelen. Dat voelt alsof je een pinpas van bijna 500 jaar oud hebt gevonden.’’

Geluk

En dan te bedenken dat dit schip nooit was gevonden als de MSC Zoe niet zoveel containers was verloren. Met sonarbeelden alleen had dit wrak niet kunnen worden gelokaliseerd, weet maritiem archeoloog Van den Brenk zeker. ,,Op die beelden is alleen een verstoring van de zeebodem te zien. Dat lijkt totaal niet op een schip. Pas toen ernaar is gegraven, is dit aan het licht gekomen. Een geluk bij een ongeluk dus.’’

Wat er nu met het wrak gaat gebeuren is nog niet duidelijk. Komende zomer wordt er naar het wrak gedoken om te kijken welke resten er nog meer zijn.

Trouwen in De Fryske Marren goedkoper dan in rest van Nederland

De Fryske Marren – Friesland is de goedkoopste provincie om te trouwen. Een huwelijksvoltrekking in het gemeentehuis kost doordeweeks gemiddeld € 272,48. Gemeente De Fryske Marren zit daar net onder met 267 euro.

Het landelijk gemiddelde trouwtarief van maandag tot en met donderdag is ruim honderd euro hoger: € 378. Dit en meer blijkt uit onderzoek naar gemeentelijke trouwkosten per dag van de week door trouwwebsite ThePerfectWedding.nl.

Vooral gemeenten in het noorden van Friesland zijn relatief voordelig. In Waadhoeke, Dantumadiel en Noardeast-Fryslân zijn bruidsparen namelijk € 175 kwijt voor een ceremonie. Leeuwarders zijn meer geld kwijt: voor € 493,29 mogen zij het jawoord geven in een gemeentelijke zaal.

Trouwen op zaterdag en zondag

Op zaterdag kost een trouwceremonie in Friesland gemiddeld ruim twee keer zoveel als doordeweeks: € 575,73. De boot nemen naar Terschelling kan goed zijn voor de portemonnee, want daar betaal je slechts € 365 op zaterdag. Het verschil is vooral groot met Heerenveen en Tytsjerksteradiel, waar je meer dan € 800 betaalt voor een huwelijk op zaterdag.

Op zondag kan een stel in slechts drie Friese gemeenten bij het gemeentehuis in het huwelijksbootje stappen: Ameland, De Fryske Marren en Harlingen. Vaak is het wel mogelijk om op een andere locatie een officiële ceremonie te houden, zoals in een hotel of restaurant.

Bekijk alle cijfers op de site: https://www.theperfectwedding.nl/trouw-feestlocaties/vergelijk